Symen is overvallen geweest. Een relaas gebaseerd op halve waarheden, met een beetje absurdisme én Jan Becaus.

Ja, u leest het goed. Ik ben op woensdagavond, na een avondje stappen (maar vooral drinken), overvallen. Ofja. Dat was de bedoeling uiteindelijk, denk ik.

Ik was in alle rust ende vrede enkele troggen gerstenat soldaat aan het maken met mijn goede vrienden Marcel, Josiane, Die Een  en Die Ander Met De Blonde Krullen, tot mijn secretaresse me er aan herinnerde dat ik naar huis moest. ‘Mijn secretaresse’ is in dit geval Symoniem voor ‘dat deel van mijn hersenen dat nog beseft dat ik in de ochtend een super-super belangrijke presentatie heb, en dat, in tegenstelling tot eerdere beweringen, met een houten kop niet van leien daakje loopt’.

Dus ik vertrok. Ik monteerde de oordopjes van iPod in mijn oren (vandaar de naam), en op de ritmes van Tom Waits’ The Black Rider strompelde ik richting huis.

Onderweg, in een smal straatje, kreeg ik het onaangename gezelschap van twee andere nachtbrakers, gehuld in hoodie, en lichtjes voorovergebogen zodat elke Star Wars fanaat er een Sith in zou herkennen. Aanvankelijk dacht ik nog dat de heren fervente nachttrippers waren omdat ze me volgden, en bleven volgen, alsof ik een fucking Google Street View camera op mijn kop had staan en er zeker van wilden zijn dat ze gesnapt waren, zodat ze later hun hoogstwaarschijnlijk vele Facebookvrienden kunnen tonen dat ze getagged zijn in een Street View foto. Omdat dat cool is.

Maar ik dwaal af. Na enkele tientallen seconden kwamen twee soortgelijke figuren langs de andere kant op me af. Ze kwamen dichter en dichter. Toen ik recht voor hen stond hielden ze halt. Mijn poging om door te wandelen werden tegen gehouden. Ik kon enigszins raden wat me te wachten stond. Zoals elke man op dat moment zou doen, maakte ik een kleine kansberekening. Met mijn ondermaatse straatvecht-skills zou ik één van hen af kunnen, mocht hij in een dwangvest zitten, en ik van tevoren alle Bruce Lee dvd’s  hebben doorgenomen. Oké, redelijk hopeloos dus. Rennen zoals een klein bang meisje, de meest heroïsche daad voor iemand die geen nood heeft om overvallen te worden, was een optie, mocht ik al niet door mijn suffe conditie en uithoudingsvermogen al bekaf worden van mijn trap op te lopen. Ik zou nog net terug naar het café lopen, en de hulp kunnen inschakelen van Marcel. Maar Marcel is een even begenadigd vechter als Elio Di Rupo een notoir vrouwenzot is. Die Een zou me kunnen helpen. God weet dat dat meisje kan kelen. Ze kan decibels produceren, zodat die kerels direct de benen zouden nemen. Zo hard dat haar gil binnen afzienbare tijd de ringtone wordt voor idioten die nu nog altijd het geluidje hebben van Kabouter Plop wanneer zijn muts een spontane

krijgt, elke keer ze een sms’je aankrijgen. Die Een kan serieus krijsen,dus. Ik weet dat uit de eerste hand, vrienden. Maar gered worden door een meisje, dat is voor mij een andere wereld. Er is evenveel kans dat Jan Becaus verkozen wordt door de lezers van ‘Joepie’ tot de meest sexy hunk van België.

Jan Becaus, dus.

Dan maar incasseren. Ik zet mijn muziek uit, en liet het me overkomen.

Ik ben een erg ongeduldige mens. Ik kan geen tel stil zitten. Bij mij moet alles snel, snel gaan. Bijvoorbeeld als ik op een feestje een meisje op oog heb, maak ik direct komaf met de onofficiële routine van heimelijk oogcontact, brave doch suggestieve glimlachjes, ‘onopzettelijke’ aanrakingen en de rest uit ‘Versieren voor dummy’s’. Neen, dat kost teveel tijd voor wat het is. Ik ga gewoon direct naar haar en stel zo spitant mogelijk een potentieel ander verloop van de avond voor. Meeste dames kunnen zo’n directe aanpak niet smaken.

Maar mijn gehoodie’de (of is het behoodiet?) vrienden zijn ook jongens met weinig tijd. Dus voor ze maar één woord konden dreigen, nam ik mijn iPod, GSM en waardepapieren van wijlen Dexia Bank België, en gaf dezen aan de knul die duidelijke de bendeleider was, alsof het betrof een offer voor wapenstilstand.

Dit vonden ze toch een tikkeltje eigenaardig.
“Wat moet dit?” vroeg hij. (nota van de auteur: speel gerust in uw hoofd deze conversatie af in een soort allround-multiculturele mix van Marokkaans, Albanees, Chinees, Spaans en Limburgse accenten.)
“Tijd besparen.” Zei ik “We hebben allemaal andere dingen te doen, dingen die we veel liever doen waarschijnlijk. Ik heb morgen bijvoorbeeld een super-super belangrijke presentatie. Ik bedoel, hebben jullie morgen zelf niets te doen?”
De Kleine van de groep twijfelde. “Bwa. Ja. Ik moet naar den Hema. Ons bomma heeft twee dagen geleden zo’n krukske gekocht en ’t is al kapot.”
De Lange vulde direct aan: “Ik moet gaan werken.”
En Ronnie uiteindelijk ook. “Ik ga m’n naam laten veranderen.”
“Hoe heet ge dan?” vroeg ik. “Ronnie.” Zei Ronnie.
“Ik moet morgen ook mensen overvallen op straat,” Zei de Leider uiteindelijk.
“maar niet hier hé, een andere wijk. Volgens ’t schema zit ik morgenvoormiddag bij de Kruisberghoek.”
“Ons bomma woont daar!” Zei de Kleine.
“Is ’t echt?” Vroeg de Leider.

“Wist gij niet dat uw maat zijn bomma in die wijk woont?” Vroeg ik me verwonderd af.
“Dit zijn mijn maten niet.” Antwoordde de Leider. De Lange en de Kleine knikten. Ronnie was een beetje teleurgesteld.
“Klopt,” zei de Lange, “’t Is uit noodzaak dat we dit hier samen doen. Allez ja, kijk. We kunnen elkaar wel hebben hé, maar ’t is niet dat we de deur bij elkaar plat lopen. Behalve dan bij Ronnie, maar dat was gewoon een lelijke deur.”
“Lijkt precies of jullie dit hier tegen jullie goesting doen.” Opperde ik. En het was even stil. De Lange en Ronnie keken elkaar vertwijfelend aan, de Kleine keek naar de Leider, die zelf naar de grond staarde.
“’t Is niet mijn droomjob,” zei hij uiteindelijk, “Ik wou eigenlijk bakker worden.”

“Mensen, mensen. Alstublieft. Probeer wat van uw werk te genieten! Jullie zitten hier samen in vast. Of je dat nu wilt of niet. Maak er dan het beste van. Ik bedoel, toen jullie naar mij afstapten daarnet, ik was een beetje bang, dat geef ik toe,” De Leider was duidelijk opgetogen hiermee, “maar ik had ook zoiets van: ‘amai, tussen die mannen klikt het hier wel’. Echt waar. In een ander leven had ik gewoon bij jullie club’ke willen aansluiten. Ik zeg het jullie, maak er iets schoons van.”
Ronnie had bijna tranen in zijn ogen van mijn emotionele monoloog. “Komaan mannen.” En ik pakte ze allen vast voor een groepsknuffel. Het duurde naar mijn zin net iéts te lang, maar oké.
De Leider wou m’n spullen terug aan mij geven. “Houd die waardepapieren van Dexia Bank België maar.” Zei ik hem.

Hij pinkte een traantje weg.

Over symen

Alle personages zijn 35% fictief. Iedereen die een spelfaut kan spotten krijgt een snoepje. Elke week een nieuw bericht, op woensdag, na 'Thuis'.
Dit bericht werd geplaatst in Trouwens. Bookmark de permalink .

Een reactie op Symen is overvallen geweest. Een relaas gebaseerd op halve waarheden, met een beetje absurdisme én Jan Becaus.

  1. Christophe zegt:

    En wie ben ik dan?? 😉

Plaats een reactie